‘We houden van ons eiland alsof we thuis zijn’

Ulrich en Jutta Jobsky komen al 40 jaar naar De Koog

Op 12 juli 1979 reden Ulrich en Jutta Jobsky samen met hun vierjarige zoontje Holga voor het eerst vanuit Duitsland naar Texel om hier vakantie te vieren. Het was liefde op het eerste gezicht. En dat diepe gevoel duurt tot op de dag van vandaag voort. ‘We houden van ons eiland alsof we thuis zijn.’

 

Ze waren nog maar net getrouwd en twee keer in eigen land aan de Oostzee op vakantie geweest, toen ze van Duitse kennissen de kans kregen om drie weken een huis op Texel te huren. Benieuwd naar dat verre Waddeneiland, waarvan ze niets wisten, hapten ze toe.

Om te laten zien wat ze op hun eerste kennismaking tegenkwamen, pakken ze er een dik album bij, vol foto’s, ansichtkaarten en andere herinneringen. Op een plattegrond staat de route die ze vanuit hun woonplaats vlakbij Keulen volgden naar De Koog. ‘Precies 400 kilometer. Niet één meer, niet één minder’, vertelt Ulrich.

Voorin het album zit ook het TESO-bootkaartje dat ze kochten om met een auto, twee volwassenen en een kind de oversteek te maken. Het kostte 32 gulden. ‘We voeren met de Texelstroom (de enkeldekker, gebouwd in 1966, red.). Het is gek, maar in al die beginjaren zijn we nooit met het andere schip, de Marsdiep, gekomen.’

De eerste ervaringen waren overdonderend. Jutta, zonder aarzelen: ‘We genoten van alles! De natuur, de mensen, de rust, de afwisseling. Alles!’ Reden genoeg om het jaar erop terug te gaan, opnieuw naar Epelaan 15. Toen waren ze definitief verkocht. ‘Ik had zelf het geld niet, maar heb mijn vader gevraagd een huis te kopen voor de hele familie’, vertelt Ulrich. ‘Makelaar Hans Eelman liet ons meerdere panden zien. Mijn vader was nogal een dictator. Dit huis en anders niet!, zei hij. De plek was mooi, vlakbij het strand en het dorp. En het had drie slaapkamers, geschikt voor zes personen. Hij kreeg zijn zin: het huis waar we nog steeds zitten, Epelaan 25. Inderdaad, vlakbij ons eerste vakantiehuis.’

Na Holger werden nog twee kinderen geboren: Markus (nu 39) en Anke (31). Ulrich: ‘Ze hebben hier leren lopen, leren fietsen, deels leren praten. Ze komen nog steeds, met inmiddels twee kleinkinderen, soms een paar keer jaar. Onze dochter is op Texel getrouwd, in de Waddenkerk in De Cocksdorp. Dat wilde ze unbedingt! De pastoor kwam mee uit Duitsland. Er waren gasten uit Engeland, Amerika, Singapore, Nederland. Het was oktober en prachtig weer. Na de dienst zijn we met z’n allen naar het strand gegaan.’

Ze bladeren verder. ‘We hebben heel veel gefietst. Naar De Slufter, het strand. En altijd veel musea bezocht. Hier, het Natuurrecreatiecentrum, de voorloper van Ecomare’, wijst Ulrich op een foto met zeehonden. ‘En dit is het Wagenmuseum in De Waal. Met Holger in een oude brandweerauto. Ook de folkloremarkt in Den Burg vonden we erg leuk.’ Jutta, enthousiast: ‘De Texelse klederdracht is wunderschön!’

Ze leerden veel Texelaars kennen en vierden menig feest op het eiland. In het eerste jaar namen ze nog hun eigen bier mee, maar al snel maakten ze kennis met de lokale specialiteiten. Al jaren staat thuis een Texelbar, met Hollandse jenever en de Texelse kruidendrank Jutter. Aan de muur hangen twee schilderijen van de inmiddels overleden kunstschilder Harry Tielemans. Op de een de Eierlandse vuurtoren, op de andere de Koger dorpsfiguur Janti Maas. Ulrich: ‘Dat met Janti heb ik van mijn vader gehad. Het lag met kerst onder de boom.’

Hun liefde voor het eiland gaat veel verder dan de geijkte hoogtepunten. Ulrich: ‘Ik heb Texel echt goed leren kennen door het lezen van Tragedie op Texel, over de Russenoorlog in april 1945. Met de kaart erbij, om te zien waar alle gevechten zich hebben afgespeeld. Die geschiedenis heeft me altijd unheimlich fasziniert.’

Jutta wil nog kwijt dat ze het eiland altijd mooi is blijven vinden.‘Er is veel veranderd, maar het typisch Texelse is gebleven. Zonder hoogbouw. Hier kunnen twintig woningen worden gebouwd zonder dat ze je ziet. Er staat altijd veel groen omheen.’

We spreken Ulrich en Jutta op 12 juli, een dag voor ze weer naar Duitsland gaan. Maar het volgende bezoek, in september, staat alweer gepland. Ulrich: ‘Ik ga van huis, rijd 400 kilometer, kom hier binnen en ben wéér thuis. We houden van Texel. Dat kunnen we niet vaak genoeg zeggen.’

Leuk om te lezen!